Hoe verloopt een COVOD-19 infectie
De rode bloedcellen transporteren zuurstof van de longen naar alle organen en de rest van het lichaam. De rode bloedcellen bevatten hemoglobine. Hemoglobine is een eiwit dat bestaat uit vier porfyrineketens of heemgroepen. Deze vier heemgroepen houden gezamenlijk een ijzer ion gevangen in hun midden, waarbij de heemgroepen als een container fungeren. Op deze manier wordt het ijzer ion opgesloten en kan het veilig worden getransporteerd. Normaal is ijzer, in zijn vrije vorm, vrij giftig. Hemoglobine wordt gebruikt om zich te binden aan zuurstof als het de longen binnenkomt.
Wanneer de rode bloedcellen de longblaasjes bereiken, waar de gasuitwisseling plaatsvindt, kan dit ijzer ion tussen de 2+ en 3+ toestanden schakelen en zich binden aan zuurstof, dan vervolgt het zijn weg om ergens anders zuurstof af te geven.
COVID-19 bindt aan de bèta-keten van hemoglobine
Het hemoglobine molecuul bestaat uit vier porfyrineketens, waarvan er twee identiek zijn. De meest voorkomende hemoglobine bij de mens bestaat uit twee alfa- en twee bèta-ketens. Het COVID-19 virus bindt zich aan de bèta-keten en zorgt ervoor dat de bloedcellen glycoproteïnen produceren. Deze binden aan het heem en het ijzer ion komt vrij. Zonder het ijzer ion kan zuurstof zich niet meer binden aan het hemoglobine of vrijkomen. Op de langere termijn wordt de zuurstofverzadiging dus lager; de saturatie daalt.
Het vrijkomen van erytropoëtine in de nieren
Het lichaam compenseert dit gebrek aan vermogen om zuurstof (hypoxie) te transporteren en af te geven, door de nieren hormonen zoals erythropoëtine te laten afgeven. Erythropoëtine zorgt ervoor dat in het beenmerg de productie van nieuwe rode bloedcellen met hemoglobine toeneemt. Om deze reden vindt men een verhoogde hemoglobine-waarde en een verlaagde zuurstofsaturatie in het bloed als een van de belangrijkste kenmerken voor de infectie, samen met een verhoogd vrij- ijzer. Vrij ijzer uit de geïnfecteerde bloedcellen komt in het bloed terecht is zeer reactief en veroorzaakt oxidatieve schade. De alveoli (longblaasjes) bevatten macrofagen die vrije radicalen zoals vrij-ijzer kunnen opsporen en opnemen.
De tweede om ijzer te neutraliseren is een voering van de wanden, het zogenaamde epitheliale oppervlak, dat een dunne laag vloeistof heeft die vol is met een hoog gehalte aan antioxidanten. Deze moleculen kunnen het vrije-ijzer binden.
Pulmonale oxidatieve stress
Door de extreem grote hoeveelheid ijzer worden deze mogelijkheden om het ijzer te binden overladen en begint het proces van pulmonale oxidatieve stress. Dit leidt tot schade en ontstekingen, die te zien zijn in CT-scans van de longen van COVID-19 patiënten. Bij deze ontstekingen loopt vocht uit de vochtlaag in de longblaasjes. Bij longontsteking zit deze schade bijna altijd aan één helft van de longen, maar bij COVID-19 is het altijd bilateraal, aan beide zijden, waardoor herstel moeilijker is.
De rode bloedcellen kunnen eenvoudigweg geen zuurstof meer transporteren. Het aangetaste hemoglobine is permanent beroofd van zijn vermogen omdat het zijn ijzer ion heeft verloren.
De lever probeert ijzer op te slaan
De lever probeert het ijzer uit het bloed te filtreren en weer op te slaan. De lever is ook overbelast door het gebrek aan zuurstof. Levercellen sterven en alanine aminotransferase (ALAT) en andere leverenzymen komen vrij. Verhoogde AF, CRP en ALAT zijn ook kenmerken.
Longen produceren cytokinen zoals Interleukin-8
Interleukine-8 komt vrij in de bovenste luchtwegen als reactie op een virale luchtweginfectie, en polymorfonucleaire neutrofielen spelen een belangrijke rol in deze ontstekingsreactie door ENS te produceren. Dit in tegenstelling tot de overwegend eosinofiele reactie die optreedt bij atopische aandoeningen (allergieën) van de bovenste of onderste luchtwegen.
Effect op HPU (under construction)
Als u vragen heeft, stuur dan een mail aan info@nullkeac.nl.