Descripción
Het vrijkomen van zonuline wordt geïnduceerd door peptiden van darmbacteriën, met name lipopolysaccharide (LPS). Naast de geproduceerde enterotoxinen veroorzaken verschillende darmpathogenen zoals Escherichia coli en Salmonella typhi het vrijkomen van zonuline wanneer deze rechtstreeks op het apicale oppervlak van enterocyten worden aangebracht. Verschillende prikkels, met name voeding, geneesmiddelen of stress, alsmede aangeboren of verworven immuunstoornissen kunnen echter leiden tot een onevenwicht dat deze dysbiose veroorzaakt. Het vrijkomen van zonuline veroorzaakt hyperpermeabiliteit van de darm, waardoor meer antigenen vanuit het darmlumen de lamina propria kunnen binnendringen. Deze antigenen activeren daar de aangeboren immuniteit onder de mucosa, waardoor boodschapperstoffen als IFN-γ (interferon gamma) en TNF-α (tumor necrose factor) vrijkomen, wat de hyperpermeabiliteit van de darm en de immuunrespons nog versterkt. Er treedt een tolerantiebreuk op die uiteindelijk de ontwikkeling van andere chronische ontstekingsziekten (IBD) veroorzaakt.
Vroeger werd alleen een IgA-totaalglutentest uitgevoerd. Als het resultaat positief was, werden niet alleen gluten verminderd of weggelaten, maar werden ook enzymen en darmflora toegediend. De positieve effecten van behandeling met berberine, inuline en zoethoutwortelextract maken duidelijk dat men toen al dacht dat een verhoogde permeabiliteit de hoofdoorzaak kon zijn. Glutamine wordt niet altijd gegeven omdat bij patiënten waarbij de bloedglucosespiegel wordt gecorrigeerd door aminozuren, glutamine een negatief effect kan hebben.
Er is een verband tussen een verhoogde Zonuline-waarden en buikomvang, obesitas, overgewicht, verhoogde (diastolysche) bloeddruk, glucose nuchter en verhoogde triglyceriden in het bloed. Er is geen verband tusseneen verhoogde zonuline-waarde en de meeste darmziekten, behalve leaky gut. Een verhoogde zonuline heeft wel een vergroot risico op andere metabole ziektes.